Rising seas, raising ambitions

Evaluatie van de Nederlandse klimaatdiplomatie 2018-2021

Naar rapport
Solar panels in Nevada
Beeld: ©BLM Nevada

Resultaten – Evaluatie van de Nederlandse klimaatdiplomatie 2018-2021

Nederland voerde in aanloop naar de COP26, de 26e bijeenkomst van de Conferentie van Partijen in het kader van het Klimaatverdrag van de VN, internationaal campagne. Het doel was de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen terug te dringen en andere landen aan te sporen tot versnelde klimaatactie. De campagne vond plaats in de periode 2018-2021. IOB heeft deze campagne nu geëvalueerd.

Achtergrond

Wereldwijd heeft klimaatverandering steeds ingrijpendere gevolgen. In het Nederlandse klimaatbeleid en de internationale samenwerking op dit gebied is diplomatie een zichtbaar en steeds belangrijker onderdeel. Deze evaluatie richt zich specifiek op klimaatdiplomatie en vormt daarmee een deelstudie voor de overkoepelende periodieke rapportage over klimaatbeleid in ontwikkeling (2016-2021). De overige deelstudies in het kader van deze rapportage zijn de eerder gepubliceerde evaluatie van klimaatfinanciering en de evaluatie van klimaatadaptatie, die later dit jaar gepubliceerd wordt. De evaluaties dienen vooral om lessen te trekken voor toekomstig beleid.

Centrale vraag

In hoeverre heeft de Nederlandse campagne haar doelen bereikt? Welke verklaringen zijn hiervoor te vinden?

Om deze centrale vraag te kunnen beantwoorden, zijn zes subvragen geformuleerd:

  • Wat was het beleid op klimaatdiplomatie?
  • Welke capaciteiten en middelen waren beschikbaar?
  • Welke netwerken en actoren zijn gemobiliseerd en hoe succesvol was dat?
  • Welke strategieën zijn toegepast en waren die goed?
  • Hoe effectief was de campagne om veranderingen teweeg te brengen in doellanden?
  • Wat waren succesfactoren hierbij?
Youth on stage at the COP25 in Chile, Opening session COP26, Ban Ki-moon visiting the Collins Glacier
Beeld: ©Climate Emergency DAY; UNclimatechange; UNPhoto/Eskinder Debebe

Conclusies

Hoewel er uitdagingen waren, is het klimaatdiplomatieteam erin geslaagd om klimaat beter te integreren in zowel het werk van het ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ) zelf, als in dat van zijn partners. Het team mobiliseerde tientallen ambassades en mede via hen ook experts, bedrijven en niet-gouvernementele organisaties (ngo's).

Ambassades hebben bijgedragen aan het agenderen van klimaat in doellanden, vooral op gebied van hernieuwbare energie. Daarnaast is klimaatadaptatie beter geïntegreerd in de samenwerking met sommige landen. In enkele gevallen is Nederland erin geslaagd bij te dragen aan het stellen van ambitieuzere doelen op klimaatbeleid, met hulp van gelijkgezinde actoren en mede dankzij een groeiend internationaal bewustzijn over klimaatproblematiek.

Hieronder volgen zes conclusies, die ingaan op de verschillende subvragen van de evaluatie. Een uitgebreidere omschrijving is te vinden in het rapport.

Woman in Vietnam making biomass briquettes, Technician working at power plant in Somalia, Solar-fueled water pump in Sudan
Beeld: ©UNPhoto/Kibae Park/Ilyas Ahmed/Muhanad Samee

Aanbevelingen voor diplomatieke campagnes

Op basis van de bevindingen, zijn een aantal aanbevelingen geformuleerd. Deze worden hieronder kort benoemd. Een volledige beschrijving is te vinden in het rapport.

De belangrijkste lessen voor toekomstige diplomatieke campagnes zijn:

  1. A. Het mandaat voor een diplomatieke campagne moet helder zijn, gefocust en haalbaar.
    B. Het team voor de campagne moet passen bij het mandaat, en groot genoeg zijn.
  2. Stel een duidelijke Theory of Change (beleidstheorie) op.
  3. Maak de strategie specifiek voor elk land en/of thema, en stel daartoe capabele staf aan.
  4. Wees flexibel: houd kansen in de gaten.
    - Hamer telkens op je speerpunten en koester je reputatie.
  5. Bied concrete voordelen, zoals technische expertise of ondersteuning bij de toegang tot financiering.

Bovenstaande aanbevelingen zijn geformuleerd vanuit antwoorden op de onderzoeksvragen. Daarnaast kwamen tijdens het onderzoek, in gesprekken en interviews, nog twee zaken naar voren, die weliswaar buiten de reikwijdte van de evaluatie vallen, maar die vermeldenswaardig zijn:

6. Het klimaatdiplomatieteam bestaat niet meer; hun werk is geïntegreerd in de directie IGG. Maar mainstreaming kent het risico van ‘away-streaming’. Overweeg een nieuwe diplomatieke campagne op te zetten als er een nieuw momentum komt.

7. Het tweede betreft een aanbeveling over coherentie. Dit houdt in, dat Nederland de daad bij het woord zal moeten voegen en ook in eigen land ambitie moet tonen. Daarmee wordt Nederland een geloofwaardigere pleitbezorger tegenover andere landen.