Resultaten – Evaluatie van de Nederlandse bijdrage aan seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (2012–2022)
IOB heeft het Nederlandse internationale beleid geëvalueerd op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR), inclusief hiv/aids. De evaluatie richt zich op de periode 2012–2022 en omvat zowel ontwikkelingssamenwerking als diplomatieke inspanningen.
Achtergrond
Het bevorderen van universele SRGR is al jaren een prioriteit binnen de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking. De vorige IOB-evaluatie over SRGR richtte zich op de periode 2007–2012, en werd gepubliceerd in 2013. Tussen 2012 en 2022 heeft het ministerie van Buitenlandse Zaken 10% van het budget voor ontwikkelingssamenwerking toegewezen aan dit thema, bijna 5 miljard euro. Diplomatiek gezien is Nederland een uitgesproken actor op het gebied van SRGR.
Via haar internationale SRGR-beleid wil Nederland bijdragen aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG’s). Ondanks wereldwijde vooruitgang op verschillende SRGR-indicatoren, zoals het voorkomen hiv, blijven er grote uitdagingen. Bijvoorbeeld met betrekking tot de keuzevrijheid van vrouwen over seksualiteit, en de ontzegging van de seksuele en reproductieve rechten van bepaalde groepen.
De evaluatie maakt gebruik van primaire dataverzameling in Oeganda en Bangladesh, en bevat een analyse van Nederlandse diplomatieke inspanningen. Daarnaast neemt de evaluatie bevindingen op van beschikbare evaluatierapporten van ondersteunde SRGR-projecten. Ook de systematische studie die IOB in 2021 liet uitvoeren is in de evaluatie meegenomen. Deze studie resulteerde in een uitgebreide database van 368 systematic reviews over SRGR-interventies in sub-Saharaans Afrika.
Centrale vraag
In hoeverre heeft Nederland bijgedragen aan verbeterde SRGR en aan het stoppen van de verspreiding van hiv/aids in lage- en lage-middeninkomenslanden, en welke lessen kunnen worden getrokken voor toekomstig beleid?
Hoofdconclusie
IOB concludeert dat Nederland een bijdrage heeft geleverd aan verbeterde SRGR en een afname van de verspreiding van hiv/aids in lage- en lage-middeninkomenslanden. Nederlandse inspanningen hebben bijgedragen aan verbeterde SRGR-resultaten door betere toegang tot voorbehoedsmiddelen en antiretrovirale therapie. Tegelijkertijd laat de evaluatie ook zien dat verschillende ondersteunde interventies niet tot de verwachte resultaten leidden, waaronder gedragsverandering en besluitvorming door jongeren over seksualiteit of voortplanting. Er zijn bovendien verschillende 'blinde vlekken' voor sommige ondersteunde interventies: er was helemaal geen evaluatie beschikbaar, of het bewijs over effectiviteit was niet overtuigend of van onvoldoende kwaliteit.
Als gevolg hiervan heeft IOB niet kunnen vaststellen hoe groot de bijdrage van het gehele beleid van Nederland aan SRGR is geweest.
IOB baseert deze hoofdconclusie op de volgende zes deelconclusies. Een uitgebreide beschrijving hiervan is te vinden in het evaluatierapport.
Deelconclusie 1
Het Nederlandse beleid met betrekking tot SRGR is in de loop der jaren constant gebleven en heeft tegelijkertijd gereageerd op de bestaande en opkomende behoeften van beoogde doelgroepen in lage- en lage-middeninkomenslanden. Wel nam IOB waar dat verschillende belangrijke beleidsaannames niet duidelijk geformuleerd werden, en dat beleidskeuzes niet altijd gebaseerd waren op bewijs.
Deelconclusie 2
Inspanningen ter verbetering van SRGR en ter vermindering van de verspreiding van hiv/aids in landen met lage en lage-middeninkomens, hebben geleid tot uiteenlopende effecten.
Deelconclusie 3
Hoewel het Nederlandse parlement jaarlijks wordt geïnformeerd over de behaalde resultaten op het gebied van SRGR, kampen de M&E-systemen met verschillende beperkingen die de geldigheid en betrouwbaarheid van gerapporteerde resultaten belemmeren, vooral op het niveau van outcome en impact.
Deelconclusie 4
De economische efficiëntie van ondersteunde projecten en interventies op het gebied van SRGR is onduidelijk. De organisatorische efficiëntie en tijdigheid van ondersteunde organisaties tonen een gemengd beeld, met ruimte voor verbetering, zowel voor multilaterale en internationale organisaties als voor de ngo-partnerschappen.
Deelconclusie 5
De coherentie binnen en tussen instrumenten en organisaties die door Nederland worden ondersteund, was ontoereikend.
Deelconclusie 6
SRGR-projecten komen over het algemeen tot stilstand zodra de Nederlandse financiering eindigt, omdat er nauwelijks belanghebbenden zijn die bereid en in staat zijn om ondersteunde activiteiten over te nemen. Daarnaast is er slechts beperkt inzicht in de duurzaamheid van behaalde resultaten.
Aanbevelingen
Hieronder worden zes aanbevelingen beschreven. Onder iedere aanbeveling worden praktische suggesties gedaan voor de uitvoering. Deze worden uitgebreid beschreven in het evaluatierapport.
Bijeenkomst op 30 januari
Op dinsdag 30 januari 2024 organiseert IOB een digitale bijeenkomst om de bevindingen van de SRGR-evaluatie te presenteren, gevolgd door een paneldiscussie en ruimte voor vragen en discussie. De bijeenkomst wordt georganiseerd samen met SRGR-kennisplatform Share-Net. Je kunt je hier registreren.