EU Ontwikkelingssamenwerking in Sub-Sahara Afrika

Naar rapport
Beeld: ©European Union

Resultaten – Documentenstudie EU Ontwikkelingssamenwerking in sub-Saharaans Afrika

De documentstudie EU ontwikkelingssamenwerking in sub-Saharaans Afrika is uitgevoerd door ECDPM en DIE. Aan deze studie liggen beleidsdocumenten van de EU, evaluaties en jaarrapporten, rapporten van de Europese Rekenkamer en andere bronnen ten grondslag. Deze samenvatting geeft een overzicht van de belangrijkste bevindingen en aanbevelingen voor verder onderzoek.

Aanleiding en doel van het onderzoek

Hoe effectief was de ontwikkelingssamenwerking van de Europese Unie (EU) met sub-Saharaans Afrika in de periode 2013-2018? Welke beleidsdoelen stelde de EU en hoe ontwikkelden deze zich in die periode? Met welke uitgaven ging dit beleid gepaard en welke resultaten zijn hiermee bereikt? Met de antwoorden op deze vragen kan de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking het parlement beter informeren over de effectiviteit van het Europese ontwikkelingssamenwerkingsbeleid. Ook maken de antwoorden het mogelijk in Brussel voorstellen aan te dragen voor toekomstige beleidsverbeteringen.

Voor de beantwoording van de onderzoeksvragen heeft IOB het European Centre for Development Policy Management en het Deutsches Institut für Entwicklungspolitik gevraagd onderzoek te doen. De resultaten van dit onderzoek worden gepresenteerd in ‘EU-development cooperation with Sub-Saharan Africa 2013-2018: Policies, Funding, Results’. Aan deze studie liggen beleidsdocumenten van de EU, evaluaties en jaarrapporten, rapporten van de Europese Rekenkamer en andere bronnen ten grondslag. Daarbij staan vooral de beleidsterreinen centraal waarop de EU volgens Nederland meerwaarde heeft: vrede en veiligheid, de ontwikkeling van de private sector in brede zin, rurale ontwikkeling en sociale ontwikkeling, inclusief gezondheidszorg en onderwijs. Ook is er aandacht voor thema’s waarop de EU volgens Nederland een belangrijk rol heeft: donorsamenwerking, gender, begrotingssteun en de politieke en beleidsdialoog met ontwikkelingslanden.

Conclusies

Conclusies en aanbevelingen:

Na publicatie

  • In haar jaarlijkse brief over EU-ontwikkelingssamenwerking aan de Tweede Kamer van 27 mei 2020, heeft Minister Kaag van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking de conclusies uit dit rapport besproken (pp. 6-8).
  • Op 10 september 2020 gaven de onderzoekers van ECDPM en DIE een presentatie van de belangrijkste bevindingen van het literatuuronderzoek, gevolgd door een vraag- en antwoordsessie.
    Medewerkers van het ministerie in Den Haag en van de ambassade in Bamako woonden het virtuele evenement bij dat werd gemodereerd door Paul de Nooijer van IOB. De discussies tijdens de vraag-en-antwoordsessie bevestigden de relevantie van het rapport en onderstreepten onder meer dat het intensiveren van ex-postevaluatie essentieel is om inzicht in de impact en duurzaamheid van (EU) ontwikkelingshulp te verbeteren. Ze bevestigden ook dat op sommige beleidsterreinen (gendermainstreaming is een goed voorbeeld) de Nederlandse inspanningen om de beleidsvorming en uitvoering van de EU te beïnvloeden belangrijk blijven.