De relatie tussen Nederland en Suriname is een bijzondere als gevolg van ruim 350 jaar gedeelde (koloniale) geschiedenis, de gemeenschappelijke taal en de grote Surinaamse diaspora in Nederland. Tijdens het bewind van president Bouterse (2010-2020) stond de relatie tussen beide landen regelmatig onder druk. Na de Surinaamse verkiezingen in 2020 bestond zowel in Nederland als in Suriname de wens om de onderlinge banden op overheidsniveau te versterken. In 2021 is hiervoor het Makandra-programma opgezet.
Binnen het Makandra-programma werken Nederlandse en Surinaamse ministeries en overheidsorganisaties samen op verschillende beleidsterreinen. IOB onderzoekt hoe effectief het programma was in de periode 2021-medio 2025 en welke lessen te trekken zijn voor eventuele vervolgprogramma’s.
Centrale vraag
In hoeverre heeft de uitvoering van het Makandra-programma 2021-medio 2025 op een effectieve wijze bijgedragen aan de programmatische en diplomatieke doelstellingen en welke lessen kunnen hieruit getrokken worden?
Onderzoekers
- Michelle Homans, contactpersoon
- Martin van Vliet
Uitvoering
- 84 interviews met ruim 150 respondenten in Suriname en Nederland:
- van ministeries, ambassades en uitvoeringsorganisaties
- van kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties, de private sector
- oud-leden van de Tweede Kamer
- uit de Surinaamse diaspora in Nederland
- van internationale organisaties die actief zijn in Suriname
- 12 focusgroepen met Nederlandse en Surinaamse programma- en projectbetrokkenen
- online survey onder 232 projectbetrokkenen en onafhankelijke experts uit Suriname en Nederland. Respons: 62 %
- analyses van interne BZ-documentatie en externe publicaties
- landenbezoek aan Suriname
Voortgang
- April 2025: Bezoek aan Suriname
- September 2025: Concept eindrapport naar externe referentiegroep
- 25 september 2025: Eindrapport vastgesteld
